Op deze pagina bekijken we het configuratieproces voor een Cisco-switch. Door het configureren van uw Cisco-switch kunt u op effectieve wijze de functionaliteit ervan beheren, en zo voor veelzijdigheid, kracht en optimale prestaties zorgen. Ontdek de essentiële CLI-switchopdrachten en de 11 stappen die nodig zijn voor het configureren en beheren van een Cisco-switch.
Stap 1: gebruik een externe emulator zoals Telnet of een PuTTY om u aan te melden bij de switch.
Switch# configure terminal
Switch(config)#
Stap 2: geef een hostnaam op voor de switch om in een specifieke netwerkomgeving te functioneren.
De opgegeven hostnaam moet uniek zijn in het netwerk om de switch makkelijker te kunnen identificeren. Het is ook raadzaam om te voldoen aan eventuele naamstandaarden om de apparaten eenvoudig op naam in te delen.
Switch(config)#hostname <switch_name>
Switch(config)#hostname Cisco_switch_x
Stap 3: configureer het IP-adresbeheer.
Als u externe collectiviteit wilt inschakelen voor de switch via SSH of Telnet, moet u het IP-adres configureren. U kunt elke VLAN selecteren voor het configureren van het IP-adres. Gebruik de volgende opdrachten:
Switch(config)#interface vlan1
Switch(config-if)#ip address<ipaddress><mask>
Switch(config-if)#ip address 172.16.29.10 255.255.0.0
Stap 4: stel een beheerderswachtwoord in (geheim wachtwoord inschakelen)
Het is noodzakelijk om een beheerderswachtwoord in te stellen voor de geprivilegieerde modus Exec om de toegang te beperken. Als u geen wachtwoord instelt, kan iedereen met inloggegevens voor de console de switch configureren.
Switch(config)#enable secret <password>
Switch(config)#enable secret P@$$w0^d
Opmerking: Na het instellen moet u dit wachtwoord opgeven voor het openen van de configuratiemodus.
Stap 5: configureer en wijzig de standaardinloggevens van de switch.
Het is cruciaal om het standaardwachtwoord van de switch te wijzigen, omdat het standaardwachtwoord algemeen bekend is. Volg onderstaande opdrachten om het wachtwoord voor een bestaande gebruiker aan te passen:
Switch(config)# username admin privilege 15 password <PASSWORD>
Switch(config)# username admin privilege 15 password P@$$w0^d
We kunnen ook een nieuwe set inloggegevens maken zoals hierboven met de gewenste privileges.
Stap 6: configureer de standaardgateway
Om externe toegang tot de switch te kunnen inschakelen, moet de standaardgateway worden geconfigureerd. Zorg ervoor dat de opgegeven standaardgateway zich binnen hetzelfde netwerk bevindt als het apparaat (het IP-adres van de netwerkrouter kan worden opgegeven als IP-adres voor de gateway).
Switch(config)# ip default-gateway <IP-address>
Switch(config)# ip default-gateway 172.16.29.1
Switch# show ip route
Stap 7: Stel een wachtwoord in voor de console, Telnet en aux-poorten.
Voor het tot stand brengen van een veilige verbinding, is het essentieel om de toegang tot de switch via alle invoerpoorten te beperken.
Voor line console voert u onderstaande opdrachten in:
Switch(config)# line con 0
Switch(config-line)# password p@$$w0^d
Switch(config-line)# login
Switch(config)# exit
Voor line vty voert u onderstaande opdrachten in:
Switch(config)# line vty 0 4
Switch(config-line)# password p@$$w0^d
Switch(config-line)# login
Switch(config)# exit
Voor line aux voert u onderstaande opdrachten in:
Switch(config)# line aux 0
Switch(config-line)# password p@$$w0^d
Switch(config-line)# login
Switch(config)# exit
Stap 8: configureer een statische route.
Wanneer er items ontbreken in de dynamische routeringstabel of wanneer er geen specifieke route beschikbaar is, kunnen de switches pakketten doorsturen via de geconfigureerde statische route.
Switch(config)# ip route <dest_IP_address> <mask>
Switch(config)# ip route 172.16.29.59 255.255.0.0
Switch# show running-config
Stap 9: configureer een beschrijving van de interface.
We kunnen een interfacebeschrijving instellen met onderstaande opdrachten:
Switch(config)#interface fastethernet 0/1
Switch(config-if)#description Development VLAN
Stap 10: stel een duplexmodus in.
De duplexmodus regelt de gegevensoverdracht tussen de switches en het eindpunt. Wanneer de switch is ingesteld op full-duplex, kan deze gegevens via het eindpunt tegelijkertijd versturen en ontvangen.
Switch(config-if)#duplex full
Stap 11: sla de configuratie op
Switch#write memory
Building configuration... [OK]
Switch#
U kunt de functie Configlet van Network Configuration Manager gebruiken om een Cisco-switch te configureren. U kunt de procedure automatiseren door de opdrachten voor het configureren van een switch in één keer naar meerdere apparaten te sturen. Als u hulp nodig hebt bij het configureren van uw switch in de console Network Configuration Manager, neemt u contact op met NCM-ondersteuning.
Cisco-switch configureren | |
---|---|
Uitvoeringsmodus | Script uitvoeringsmodus |
Beschrijving | Deze configlet wordt gebruikt om een Cisco-switch met basisconfiguratieopdrachten te configureren |
Configlet-content |
configure terminal |
In bovenstaande tabel ziet u hoe de configuratieopdrachten worden weergegeven op het opdrachtentabblad van Configlet in Network Configuration Manager.